By using this website, you agree to the use of cookies as described in our Privacy Policy.

Welcome in the demo

Een rondreis uit 1995 door Scandinavië

Nadat ik had geblogd over onze prille camper avonturen, kreeg ik van kennissen die nu resp. 91 en 86 jaar oud zijn!, een kampeerverslag uit 1995. Het verschil in tijd deed me beseffen dat het reizen met de camper nu heel anders is,

en dan bedoel ik niet de luxe van de camper op zich maar denk aan het gebruik van een mobiele telefoon en apps die we tot onze beschikking hebben. Ik heb hen gevraagd of ik het verslag mocht delen, vandaar deze uitzondering, ik hoop dat jullie er net zoveel leesplezier aan beleven als ik. 

De voorbereiding

Na onze pensionering zouden we gaan reizen en bovenaan ons verlanglijstje staat: Scandinavië. We besteden veel tijd aan de voorbereidingen. We gaan met de auto, dat staat vast, maar welke route we gaan rijden en waar we slapen niet. Overnachten in hotels is voor ons het meest voor de hand liggend, maar is er in het hoogseizoen wel overal accommodatie beschikbaar? We hebben nog nooit gekampeerd, maar we besluiten om een tent mee te nemen, zodat we altijd verzekerd zullen zijn van een slaapplaats. We informeren links en rechts bij vrienden en kennissen waar we op moeten letten en we krijgen heel belangrijke informatie. De belangrijkste is: Koop een tent waar je in kunt staan. En dat doen we.
2 de tent

We kopen een royale zes-persoonstent met een voortent: 3 m breed en 2.40 m diep + een voortent. Het is een grote koepel met gekruiste stokken en zijstokken en een grote ronde boog voor de voortent. We oefenen het opzetten in de tuin, maar dat valt niet mee zonder ruzie. Maar oefening baart kunst, hopen we. Maar met een tent zijn we er nog niet komen we tot de ontdekking. We moeten ook nog: matrassen, slaapzakken, stoelen, tafel, gasstel, servies etc. etc. We kopen een kampeeruitrusting van goede kwaliteit en zijn een fors bedrag kwijt. Daarom besluiten we de zaak om te keren. We gaan kamperen en als de omstandigheden niet geschikt zijn om te kamperen, gaan we in een hotel.

Behalve de kampeeruitrusting kopen we ook kampeerkleding die geschikt is voor Scandinavië. Pieter koopt zijn eerste spijkerbroeken, een historisch moment.

Het vertrek

Goed uitgerust vertrekken we op 12 juni 1995 naar Roskilde in Denemarken, 628 km. We komen er in de loop van de avond aan en huren, omdat het al laat is en we nog niet zonder ruzie de tent op kunnen zetten,  een hut. De eerste avond is het een sensatie om in badjas met toilettas naar het servicegebouw te gaan.

Op een beschut plekje met een schitterend uitzicht over het Roskildefjord, zetten we de volgende dag de tent op.

We blijven een week in Denemarken om te ‘leren’ kamperen. Overdag gaan we op stap en bezoeken allerlei bezienswaardigheden, o.a.  het Fjordmuseet aan het Roskildefjaord, het Viking Ship Museum, het Kronborg Slot, het pittoreske Dragør Museum met zijn oude Deense huisjes en natuurlijk bezoeken we Kopenhagen en brengen we een groet aan de zeemeermin.
3 meermin

Naar Zweden

Na een week, varen we over van Helsingor naar Helsingbørg in Zweden. We rijden een paar honderd km naar het noorden en zetten onze tent op in Eksjö aan een schitterend meer. Waarom zijn we niet jaren eerder gaan kamperen? Wat een rust, wat een uitzicht. Overdag maken we tochten in de omgeving. Wat is Zweden mooi.

4 meer midzomer

Het midzomernachtfeest zal het komende weekend worden gevierd en alle Zweden trekken erop uit. Wat dat voor ons betekent hebben we ons niet gerealiseerd. Als we op donderdag voor het feestelijke weekend op de camping arriveren, staan op ons rustige plekje aan het meer nog vier andere tenten en daar komt een onbeschrijflijk lawaai uit. Allemaal jongelui die het weekend op de camping komen doorbrengen. Dat is niets voor ons en de volgende morgen, dat is zo fijn van kamperen, je kunt komen en gaan wanneer je daar maar zin in hebt, vertrekken we, op zoek naar een rustig plekje.

Als we afgerekend hebben, zit er nog maar weinig geld in onze portemonnee en daarom rijden we eerste naar het dorp om geld te trekken. Helaas, de geldautomaten werken niet dit weekend. We zitten zonder geld. Onze tank is gelukkig vol.

De stuga met diepvriestoilet

We gaan verder en in de loop van de dag realiseren we ons dat er nergens meer plaats voor ons zal zijn. Niet alleen alle campings zijn vol, ook de hotels etc. Letterlijk heel Zweden trekt eropuit en de kans is groot dat we het hele weekend in de auto moeten slapen of ergens in de vrije natuur. Het kleine beetje geld dat we nog hebben moeten we besteden aan voeding.

Het wordt steeds later en plotseling zien we een bordje ‘stuga te huur’. We slaan het bospad in in de veronderstelling dat na een paar honderd meter de stuga te voorschijn zal komen. Maar we rijden km na km. Geen huis te zien. We passeren een boerderijtje en gaan informeren. Ja, er is inderdaad een stuga te huur, een eind verderop. Hoe ver is dat? Een heel eind verder, maar de stuga vinden we. Hij staat als een soort tuinhuis in de grote tuin van de boerderij van Meta en Sten-Ǻke Wetterströms in Enköping.

Het is een zeer gerieflijk onderkomen met een badkamer en toilet elders in de tuin. Het is  een diepvriestoilet en alles wat je erin laat vallen, wordt diepgevroren en later afgevoerd.
5 diepvriestoilet

We zijn heel blij met onze stuga en vertellen Meta dat we moe zijn en de komende dagen willen uitrusten. De werkelijke reden is natuurlijk dat we geen geld meer hebben. Als de geldautomaten weer werken is onze vermoeidheid over. We trekken een heleboel geld uit de muur (dat was onze les: zorg dat je altijd voldoende contant geld hebt) en we kunnen weer boodschappen doen en op excursie.

We gaan o.a. naar Stockholm. We bezoeken het Vasa Museum, maken een boottocht, bezoeken de kathedraal van Stockholm en wandelen door ‘Gamla Stan’ het oude centrum van Zwedens hoofdstad.
6 Gamla Stan

We maken auto- en wandeltochten rond Enköping en bezichtigen mooi dorpen en stadjes.

Met de Viking Line naar Finland

Na zes dagen nemen we afscheid van Meta en Sten-Ǻke en ’s avonds vertrekken we met de Viking Line van Stockholm naar Turku in Finland. Het blijft lang licht en we genieten van de Finse Archipel in de Oostzee. We eten sandwiches met gerookte zalm en we drinken er een glas witte wijn bij. 1 glas, want alcohol is schrikbarend duur in Scandinavië. Voor een flesje witte wijn dat bij Albert Heijn 4 gulden kost, betaal je in Zweden omgerekend 25 gulden.

Het is stil aan boord. Alle passagiers genieten van de schoonheid en de rust tijdens de overtocht. Uiteindelijk gaan we als laatsten te kooi. ’s Morgens arriveren we al vroeg in Turku. We kunnen onze auto niet vinden. Ja toch, na lang zoeken staat hij ergens op een autodek. Als enige. Grote hilariteit bij de Finnen.

We willen in de buurt van Turku blijven en rijden 91 km naar Kemiö en van daaruit gaan we naar Helsinki. We zien veel prachtige architectuur, musea, kerken.

Op een andere dag gaan we naar Turku, een stad die vroeger Zweeds is geweest. De Zweden noemen de vierde stad van Finland nog steeds Ǻbo (de tweede taal van Turku is nog steeds Zweeds) en we gaan naar Archilelago National Park Saaristomeren Kansallispuisto. Wat een taal, dat Fins.

Van Kemiö naar het noordoosten

Zes dagen blijven we in Kemiö en dan rijden we 586 km naar het noordoosten, het merengebied. Onderweg genieten we enorm van het prachtige landschap. En wat een rust overal.

Omdat we ’s morgens eerst de tent moeten afbreken en alles wat daarbij hoort, zoals de matrassen oprollen, de dekbedden in de hoezen doen en de auto inladen, gaan we nooit vroeg weg. Het is al laat als we nog lang niet in Heinävesi, ons einddoel, zijn. We proberen de camping te bellen, maar de campingbaas verstaat Engels noch Duits. We schieten een voorbijganger aan die ons verhaal vertaalt in het Fins. Is de camping nog open als we om ongeveer 11 uur arriveren? En wij willen graag een hut huren.

We rijden verder. Onverwacht houdt de weg op. We staan voor een groot water, hoe moeten we verder? Dan zien we vanuit de verte een pontje naderen, dé verbinding tussen de ene oever en de andere. We worden keurig naar de overkant gebracht (gratis, want de ponten zijn vrij in Finland) waar de weg gewoon verder gaat.

Op de camping wordt er inderdaad op ons gewacht. Er is geen hut meer beschikbaar maar daar is het kampeerterrein en daar kunnen wij onze tent opzetten. Het is nog licht dus we hebben geen problemen met het opzetten, maar zo’n grote tent opzetten, de bedden opmaken etc. kost minstens een uur. En we zijn al de hele dag onderweg en zijn moe. We hadden liever een hut gewild, maar waar niet is, verliest zelfs de keizer zijn rechten.

Na een uur zijn we verzoend met ons lot. We staan op een prachtige, romantische camping met uitzicht op een meer. Hoe kan het anders in het merengebied van Finland. We eten wat, drinken een glas wodka en gaan slapen.

De komende dagen bezoeken we Kolovesi National Park, we gaan naar Kerimäen waar de grootste houten kerk ter wereld staat.
7kerk
En we maken een boottocht naar Karvio waarbij we viermaal worden geschut. Tijdens de boottocht bezoeken we het orthodoxe Valamo klooster en het kanaalmuseum. Op de dagen dat we er niet op uit trekken, genieten we van de rust en het schitterende uitzicht op de camping. We hebben een kist met boeken bij ons en we vervelen ons geen moment.

8 klooster


Na zes dagen trekken we verder naar het noorden en na 336 km arriveren we in Lentiira. De camping van Lentiira heeft een beroemd restaurant waar ze streekgerechten serveren. Die gaan we natuurlijk proberen.

In Vartius staan we bij de Fins-Russische grens waar we foto’s maken, want we mogen de grens niet over.

9 grens rusland

We bezoeken Kalevalakylä, een openluchtmuseum  waar de geschiedenis van het Finse volk wordt verteld. Kaisa Saario danst en zingt voor ons alleen, want er zijn geen andere bezoekers. 

10 dans


We zien de huizen van vroeger, oude ambachten, klederdrachten en horen de oude muziek. 

11 luce pieter in scandinvie

We wandelen door schitterende natuurgebieden met bossen en meren; goed ingepakt vanwege de muggen. Als ik onderweg de appels schil, staat Pieter naast me te wapperen om de muggen op  afstand te houden.

Verder eten we onderweg veel cloudberries een oranje/gele vrucht. Dat is zo heerlijk in Finland; nergens hordes mensen, overal rust en stilte, we blijven vijf dagen op deze stek en gaan daarna verder noordwaarts.

Onderweg passeren we Hiljainen Kansa (quiet people) een kunstwerk van Reijo Kela een installatie van 646 vogelverschikker-achtige figuren van hout en stroo.

14 vogelverschrikkers

Lapland

Vandaag passeren we voor de eerste keer de poolcirkel en daarmee komen we in Lapland , de laatste wildernis van Europa, en in het rendierengebied. De rendieren zie je overal en ze liggen gewoon op de weg. De automobilisten wachten geduldig tot de dames en heren Rendier zin krijgen om te verkassen.

15

Het is 435 km rijden naar Autti waar we onze tent opzetten bij een hotel met een kampeerterrein.

In Finland moet je natuurlijk een keer in de sauna. Vele campings hebben er een, maar tot nog toe zijn we er nog niet in geweest. Gezamenlijk bloot, Pieter is daar niet erg op gesteld. Maar in het hotel hebben we de sauna voor ons alleen, dus we bespreken een sauna. Pieter verveelt zich dood en voor mij hoeft het ook niet. Dus het blijft bij één keer.

De Scandinaviërs gaan anders om met naakt dan mensen in zuidelijker landen. Vaak komt het op campings voor dat douches alleen gebruikt worden om te douchen, maar aan- en uitkleden gebeurt in een gezamenlijke ruimte. Mannen en vrouwen wél gescheiden.

De hoofdstad van Lapland is Rovaniemi en een hoogtepunt van onze reis is een bezoek aan het Arktikum: Het noorden, verleden en heden.

We gaan ook naar het Rovaniemen Kaupunki (het Etnologisch Museum) en we maken natuurlijk een stadwandeling.
16 museum poolcirkel
Toen we de eerste keer de poolcirkel passeerden, werd dat punt gewoon met een bordje langs de weg aangegeven, maar toen we de kerstman (die woont in Lapland) in het Santepark, even buiten Rovaniemi, gingen begroeten, passeerden we de poolcirkel op z’n toeristisch. We gingen over een échte streep waarop de noorderbreedte graad werd aangegeven. We kregen zelfs een oorkonde.

We maken nog een aantal fikse wandelingen in de ruige omgeving en zes dagen later gaan we weer noordwaarts richting Ivalo. Onderweg bezoeken we een huskyfarm.

Na 349 km bereiken we Ivalo, waar we voor de eerste keer een hut huren. Een hut op een Scandinavische camping biedt weinig comfort. Er is zelden water en voor douche en toilet moet je gewoon naar het service-gebouw. Wel zijn er elektrische kookplaten, verwarming en ledikanten. De matras is meestal zo slecht dat ik er mijn eigen matras opleg. Verder is er een tafel met stoelen of banken.

We blijven maar twee dagen in Ivalo.

18 sami museum

We bekijken het stadje, bezoeken het Sámi Museum, de Lutherse kerk  en we kopen er een kleine tent. Onze grote tent kost veel te veel tijd om  voor één nacht op te zetten en een kleine staat binnen enkele minuten. We vermoeden dat dat op de lange reis door Noorwegen, als we niet overal zes dagen kunnen blijven staan, wel handig is.

We rijden langs het Inari-meer naar Näätämö vlakbij de Noorse grens. Onderweg passeren we een school waar een expositie wordt gehouden van handwerken e.d. die de Sami tijdens de lange winter maken. We maken kennis met een Sami lerares Riekko Satu Moshnikoff. Ze draagt de muts van haar volk en ik krijg de gelegenheid om vragen te stellen over Lapland. ‘Hoe ervaren jullie die lange winter en hoe is het als de zon voor het eerst weer aan de kim verschijnt.’ ‘Als de zon voor het eerst weer aan de kim verschijnt, gaan wij met ons allen naar buiten om haar te begroeten.’

19 Näätämö

Na 188 km arriveren we in Näätämö en willen daar voor het eerst onze kleine tent opzetten. We vragen aan de receptie hoeveel het stageld is. ‘No price’. Maar dat kan natuurlijk niet. Maar de receptioniste blijft volhouden dat kamperen gratis is, alleen de douche moeten we betalen. We mogen overal staan. Oké.

We gaan op zoek naar een plekje, maar dat valt niet mee. Het gebied is enorm geaccidenteerd. Maar uiteindelijk vinden we een stukje grond dat redelijk egaal lijkt te zijn. We besluiten, om de plek niet uit het oog te verliezen,  dat ik daar  blijf staan en dat Pieter de auto gaat halen. Na een poosje komt Pieter terug en ik roep: ‘Blijf maar in de auto zitten, we gaan een hut huren. Er zijn zoveel muggen, eer de tent staat zijn we opgevreten.’

20 pieter

’s Morgens ontbijten we voor het raam in de hut. Buiten liggen de rendieren. Na het ontbijt trekken we verder en na 298 km komen we in Karigasniemi, nog steeds in Finland. Opnieuw huren we een hut, want het is veel te koud om te kamperen. We blijven er één nacht.

Noorwegen

De volgende dag gaan we weer verder en we varen over naar de Noordkaap. Het waait verschrikkelijk en het is zo koud. We huren in Skarsvǻg een luxueuze hut met badkamer en compleet ingericht.

Noorwegen is totaal anders dan Finland. De Finnen wonen alleen, maar de Noren wonen in kleine dorpjes bij elkaar in schattige gekleurde huizen.

We bezoeken de Noordkaap overdag en elke avond rijden we er heen om de middernachtzon te zien, maar elke avond wordt het bewolkt en gaan we onverrichter zake terug. Na vier dagen houden we het voor gezien en varen we terug naar het vaste land en begint onze tocht zuidwaarts.

21 lucie

We komen tot Alta, waar we de volgende dag het museum met de prehistorische rotstekeningen bezoeken.
22 muur

Maar we trekken dezelfde dag verder 200 km naar Rotsund. Een dag later 242 km naar Rundhaug. De daarop volgende dag 189 km naar Forra op de Lofoten. Noorwegen is onvoorstelbaar mooi. En groot. Van noord naar zuid ongeveer 3000 km. We rijden en varen, rijden en varen en rijden en varen.

Naar Zweden

Het weer is erbarmelijk en we gaan naar het vliegveld van Narvik voor een goed weerbericht en dat luidt: het blijft regenen. Dit is geen doen en we besluiten over te steken naar Zweden en we genieten van de fantastische tocht via het Scandinavisch Hoogland naar Gällivare in Zweden. Het is inmiddels 4 augustus en de herfst is daar al begonnen. Koud. Daarom rijden we volgende dag 556 km naar het zuiden om wat beter weer te krijgen.

We komen in Vilhelmina en het weer is daar aangenaam. Aan het meer zetten we de tent op en we genieten van de zon. Het feest duurt echter maar twee dagen en dan slaat het weer om. Weer 401 km zuidelijker naar Ytterhogdal. Koud. Een hut gehuurd waar we in kooien boven elkaar slapen.  371 km naar Brunskog. Daar is het bepaald behaaglijk en we blijven er zes dagen. We maken wat uitstapjes in de omgeving en bezoeken het Rackstad Museet.

Terug naar Noorwegen

Het weer is goed en wij besluiten om terug te gaan naar Noorwegen, want we willen graag iets van Oslo zien. We gaan naar Vikersund in Noorwegen en blijven daar één dag om de volgende dag verder te gaan naar Oslo, dat 163 km rijden is. Graag willen we een kleine camping even buiten Oslo omdat we een stadscamping niet aantrekkelijk vinden. Dat is een vooroordeel blijkt later. We slagen er niet in een geschikte camping te vinden en besluiten alsnog op de stadscamping van Oslo ‘De Ekeberg’  te gaan staan. ‘De Ekeberg’ ligt even buiten Oslo en vanaf de camping hebben een feeëriek uitzicht over de stad. Bovendien is het heel praktisch, want de bus naar het centrum stop vlak voor de camping. We kopen aan de receptie een kaart waarmee we 3x 24 uur gebruik kunnen maken van het stadsvervoer en die bovendien toegang geeft tot alle musea. En daar hebben we veel plezier van.

We vinden Oslo geweldig en het weer werkt enorm mee. Prachtig zonnig en warm. We besteden een dag aan het Vigeland Museum, een dag aan scheepvaartmusea (scheepvaart- , viking-, kon-tiki- en frammuseum). Twee andere hoogtepunten zijn natuurlijk: het Munch-museum en de nasjonalgalleriet. Munch: niet een reproductie, maar in het echt.

23 scheepvaart

Richting huiswaarts

Het is 21 augustus 1995 als we Oslo verlaten, want het wordt tijd om naar huis te gaan en we hebben nog veel te rijden.  Maar niet rechtstreeks. We gaan via de westkust, schitterend, en rijden 270 km naar Grindaheim. Onderweg bezoeken we in Borgund een prachtige stiftskerk.

24 hutten

Het weer is weer omgeslagen en ’s nachts slapen we in hutten.

Elke dag trekken we verder:

  • 268 km naar Lavik
  • 151 km naar Haukeland
  • 112 km naar Haugesund (daar slapen we in een hut met haar, want het dak is bedekt met gras, wat een uitstekende isolatie schijnt te zijn)
  • 266 km naar Øyestranda
  • De volgende morgen 124 km naar Kristiansand waar we de nachtboot nemen naar Hirtshals.

25 grasdak

We hebben geen ticket voor de boot omdat we niet wisten wanneer we over zouden varen. Er is geen hut meer beschikbaar dus moeten we de hele nacht opzitten. De boot vertrekt en het lukt Pieter om toch een hut de bemachtigen. De purser handelt waarschijnlijk in leegstaande hutten van mensen die niet op zijn komen dagen.

De volgende dag rijden we 372 km naar Haderslev in Denemarken. De laatste nacht slapen we in Motel Haderslev, de volgende morgen rijden we de laatste 535 km naar Dalfsen.

Ons huis staat er nog.

  • We hebben in 32 plaatsen overnacht
  • 45x in de grote tent geslapen
  • 9x in de kleine tent geslapen
  • 20x in een hut
  • 2x aan boord
  • 1x in een motel

Voor deze route hebben we 9.199 km afgelegd, voor de uitstapjes in de omgeving 3.765 km dus in totaal12.964 km

Ik vond het een prachtig verhaal. De tijd is anders maar het geluksgevoel van reizen is niet veranderd. Wilt u als lezer een bericht, aan hen willen achterlaten?  Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.me dan gerust. Ik weet zeker dat ze het leuk vinden en ik zal het aan ze overbrengen.

E-privacy beleid